nummer 1 voedingsstof die je moet vermijden bij honden en paarden

Er is momenteel zoveel aan voeding op de markt. Je kunt uren op websites scrollen of bij een voerleverancier in de schappen kijken, zonder te weten welke keuze je moet maken. In dit blog geef ik je één specifiek voedingsmiddel waar je op moet letten bij het kiezen van passende voeding.

 

Kijk eens in de dierenspeciaalzaak of op internet. Er zijn tig verschillende merken en elk merk heeft weer tientallen varianten. Voer voor jonge en oude dieren, sportdieren, specifiek voor rassen, specifiek voor bepaalde aandoeningen, glutenvrij, melasse vrij, noem het maar op en het is er. Of anders verzint de fabrikant wel weer iets.

Geen wonder dat je als therapeut niet meer weet wat je nu wel of niet kunt adviseren.

 

Welk merk is goed en welk merk moet ik laten staan?

Ga op internet zoeken en je komt tig adviezen tegen, vaak ook nog totaal tegenstrijdig. Wat moet je nu geloven? Waar moet je op letten? Kies je voor brok of vers vlees voor de hond? Heb je eenmaal die keus gemaakt, dan heb je alweer het volgende dilemma. Welk merk?

Bij de paarden is het niet anders. Heeft mijn paard genoeg aan ruwvoer? Ja, welk vitaminen en mineralensupplement past daar dan bij? Nee, hij heeft nu al niet genoeg energie. Welk krachtvoer kan ik dan bijvoeren? Er zijn wel 100 varianten. Wat past nu bij het paard?

 

Een leidraad in de keuze van voer is de hoeveelheid koolhydraten of suiker/zetmeel.

Net als wij mensen, krijgen onze dieren ook steeds meer suikers binnen. Op zich zijn suikers niet erg, als je maar de hoeveelheid binnenkrijgt die je ook verbruikt. Krijg je meer binnen dan nodig, dan krijg je problemen. Hetzelfde geldt voor onze dieren. Te veel suikers zorgt voor te veel energie waardoor dieren nerveus kunnen worden. Of de suikers worden omgezet in vet en zorgen voor overgewicht. Ook kunnen teveel suikers/zetmeel ervoor zorgen dat de darmflora aangetast wordt met als gevolgd dat andere organen of orgaansystemen ook uit balans raken.

 

Wist je trouwens dat de belangrijkste energiebronnen voor de hond vetten en eiwitten zijn en voor het paard eiwitten en vezels?

 

Vaak denken we ook dat het dier meer energie nodig heeft dan dat werkelijk zo is

Kijken we naar de paarden, dan zie je dat ze vaak pas vanaf het M-niveau extra energie nodig hebben. Heeft je paard moeite met zijn spieren te ontwikkelen, dan heb je daar eerder eiwitten voor nodig dan energie.

Bij honden zien we ook dat ze vaak overvoerd worden. Huishonden die drie keer per dag een rondje lopen, hebben vaak de minimale hoeveelheid voer nodig.

 

Wat is voedingsstof nummer 1 waarop ik moet letten?

Net als wij, krijgen onze dieren ook onbewust meer suikers binnen dan we denken.

Kijk maar eens in de supermarkt naar de etiketten van de producten die je voor jezelf koopt. Daar zit vaak meer suiker in dan je verwacht. Op verpakkingen van diervoeders zie je ook vaak suikers vermeld onder een andere naam. Bijvoorbeeld sacharose, dextrose, glucosesiroop, maltose, maisstroop, glucosestroop, fructosestroop, glucose-fructosestroop, sucrose, melasse(-stroop). Hierdoor leggen we niet direct een link met suikers. Allemaal worden ze omgezet in glucose, dus bloedsuiker!

Daarnaast wordt in voeding vaak granen gebruikt. Granen bevat ook veel suikers in de vorm van zetmeel, net als mais, rijst en aardappelen.
Suiker is voedingsstof nummer 1 waarop je moet letten als je voeding gaat uitkiezen.

 

Etiketten lezen

Daarom is het goed dat je weet hoe je de etiketten van voedingssupplementen moet lezen.
Het belangrijkste om te weten is dat het ingrediënt dat vooraan staat het meest aanwezig is en degene die achteraan staat het minst. Suikers zitten vaak verscholen omdat ze veel schuilnamen hebben, zoals hierboven aangegeven.

Als bij hondenvoeding aangegeven staat dat tarwe, rijst, gerst, haver, rogge, mais, aardappel in de voeding aanwezig is, dan heb je al te maken met een voeding die rijk aan suiker/zetmeel is. Het percentage koolhydraten (suikers) kun je berekenen door van 100% de volgende gehaltes af te halen. Ruw eiwit, Ruw as, Ruw vet, Ruw vezel en water (bij brok +/- 10%). Het getal dat overblijft is het percentage koolhydraten of te wel suikers. Deze moet voor een hond niet hoger liggen dan 35% in het geval van brokken. Bij vers vlees of natvoer moet het +/- 10% zijn.

In krachtvoer zijn vaak granen verwerkt die ervoor zorgen dat het zetmeel en suiker gehalte van deze voeding vaak hoger ligt. Mocht het gehalte suiker/zetmeel niet vermeld zijn dan kun je dat via de bovenstaande formule berekenen. Voor paarden geldt over het algemeen dat ze tot en met M-niveau geen extra energie in de vorm van suiker en zetmeel nodig hebben. Zeker voor sobere paarden wil je niet meer dan 12% suiker/zetmeel in de voeding hebben.

Als je hierop gaat letten zal je verbaasd zijn hoeveel suiker in voeding zit.

Maar niet alleen in voeding ook bij sommige supplementen zie je dat soms wel 75% uit suiker bestaat en dus maar 25% of vaak minder aan echt werkzame stof.

 

Suikerinname beperken.

Om je dier gezond te houden is de suiker inname beperken tot de hoeveelheid die daadwerkelijk nodig is, de eerste stap.

Bij honden moet je erop letten dat ze voldoende vetten en eiwitten binnen krijgen, omdat hun stofwisseling daarop afgestemd is. Paarden moeten in eerste instantie voldoende ruwvoer in de vorm van gras en hooi krijgen. Hier halen ze hun energie en bouwstoffen uit. Als je aan deze basis voldoet, kun je daarna bijvoeren naar behoefte. Maar let op de (verstopte) suikers.

 

 

 

In de 1-op-1 opleidingen tot Hond Natuurlijk Gezond Consultant en Paard Natuurlijk Gezond Consultant leer je onder andere welke voeding wel en niet geschikt is voor paarden en honden, welke voedingsstoffen je absoluut moet vermijden en hoe je zelf kunt beoordelen of voeding gezond is.

 

Vraag hier de opleidingsbrochure aan.